Het digitale libido
Alter Numeris, ce sont des chercheurs et des penseurs qui réfléchissent les enjeux de la société numérique.
22393
post-template-default,single,single-post,postid-22393,single-format-standard,stockholm-core-1.0.8,select-child-theme-ver-1.1,select-theme-ver-5.1.4,ajax_fade,page_not_loaded,vertical_menu_enabled, vertical_menu_transparency vertical_menu_transparency_on,menu-animation-underline,side_area_slide_with_content,wpb-js-composer js-comp-ver-6.0.1,vc_responsive

Het digitale libido

Mark Hunyadi

Het schandaal van Cambridge Analytica, de beschuldigingen aan het adres van Facebook van politieke manipulatie en pogingen om die te verbergen, de hacking van de bankgegevens van 500.000 klanten van de hotelketen Mariott in november 2018, alle Russische, Chinese en anonieme tijdbommen die op een dag zullen ontploffen: het maakt allemaal niets uit. De gewone webgebruiker blijft verbinding maken, zijn gegevens verstrekken, zijn geolokalisatie toestaan, zich in de sociale media blootgeven. Misbruiken of geen misbruiken, de digitalisering is niet te stoppen.

Deze schandalen hebben naar mijn gevoel ten minste de verdienste dat ze twee zaken aan het licht brengen die essentieel zijn om de impact van de digitalisering op onze samenleving te vatten.

Het dubbele doel van digitale tools

Ten eerste onthullen ze de ware aard van de digitale tools, namelijk hun dubbele doel: dat van het instrument dat wij gebruiken en dat van het systeem dat ons gebruikt. Een voorbeeld zegt meer dan een lange uitleg: Facebook. Wij gebruiken het als een communicatiemiddel, een manier om informatie te verspreiden of op te slaan, of om anderen te mobiliseren. Dat is zijn nut voor de gebruiker. Maar Facebook is met een ander doel gemaakt, namelijk om zo veel mogelijk gegevens te verzamelen. Als Facebook ongeveer een half miljard dollar waard is, komt dat niet omdat wij nu liefdevol een foto van onze laatste sushi kunnen posten! Er zijn bijvoorbeeld een heleboel gedragingen die Facebook aanmoedigt maar die alleen voor Facebook nuttig zijn, zoals het geven van ‘likes’ of het archiveren van al uw chats (zodat wat u zelf archiveert niet noodzakelijk overeenkomt met het beeld dat het bedrijf van u heeft).

Dit betekent dus dat de digitale tools worden gekenmerkt door een dubbel doel: dat van de gebruiker en dat van het systeem. De twee zijn niet van elkaar los te maken, want technisch beschouwd voeden ze elkaar, maar gaan wel elk een andere richting uit. De Europese wetgever beseft dat goed en heeft de AVG in het leven geroepen om de burger te beschermen tegen een doel dat niet het zijne is en hem doorlopend bedreigt. Het bestaan van de AVG is het bewijs – zoals het slot de neiging tot diefstal bewijst – dat de gebruiker, zodra hij verbinding maakt, zelf een instrument wordt, zonder het te weten, voor een doel dat hem ontsnapt. Dat is de algemene structuur van de digitale tools, een volstrekt nieuw gegeven in de geschiedenis van de techniek en een echte breuk: voor het eerst is een gereedschap niet gemaakt voor het doel waarvoor het wordt gebruikt.

 “Maar het is zo praktisch!”

De tweede les van de schandalen: hoewel de gebruikers het nauwelijks beseffen, berust het systeem op zijn libidineuze kracht. De tools die het ons aanreikt, zijn een bron van genot, ze geven comfort en gemak. Ze zijn buitengewoon praktisch. ‘Praktisch’ betekent: op een subjectief bevredigende manier een objectief doel bereiken. De verleidingskracht van het digitale, de onmiskenbare kracht die zijn in de industriële geschiedenis ongeëvenaarde succes verklaart, is dat het weet dat zijn gebruikers libidineuze wezens zijn en hen ook zo aanspreekt. Het volgt de contouren van hun psychische leven, versmelt ermee, speelt erop in en maakt instrumentele taken aangenaam. Dat is het geheim van zijn succes: “het is zo praktisch”. Een argument dat elke kritiek ontwapent, elk verzet breekt.

Dit technische vermogen van het digitale kapitalisme om de libidineuze contouren van onze psyche te volgen (via de profielen die het zo ijverig samenstelt en volgt) heeft antropologische, sociale en politieke gevolgen die zich nog moeilijk laten meten. Het libidineuze individu, gevangen in zijn technologische bubbel, neemt zijn genot als maat van alle dingen. Het verankert zich meer in het medium dan in de wereld, als gevolg van de macht van praktische tools waarvan we niet de objectieve effectiviteit maar wel het subjectieve gebruiksgemak waarderen. Zo mikken deze voorzieningen en heel het economische systeem dat ze onderbouwt op het welbehagen van de gebruikers, die stuk voor stuk de makers van hun eigen comfort worden. Men kan zich een mooiere toekomst voorstellen.